Leo Raget

Short stories

Straf van boven (2, slot)

Nicole keek vanuit haar werkkamer naar de sterrenhemel. De vooruitzichten voor Waalhof waren ronduit slecht. De tumoren zaten overal en twee hadden de omvang van een ei. En toch had hij een kans. De arts in haar zou hem de hoogste dosering chemotherapie ooit gaan voorschrijven. Zowel fysiek als geestelijk leek Waalhof immers uiterst weerbaar. 

In de weerkaatsing van het raam zag ze zichzelf als het kleine meisje dat door haar zus werd beschermd. Een traan liep over haar gezicht. ‘Ik word geacht iemand te redden die mijn zus de dood heeft ingejaagd.’ Ze wist dat het niet waar was, maar zo voelde het wel. Overschrijd je geen grens wanneer je iemand valse hoop geeft? 

Wraak. Even had ze het overwogen, maar het was geen optie. Het veinzen van een medische misser zou onherroepelijk naar haar leiden. Ze nam überhaupt al een groot risico met de hoge dosering. En daarom besloot ze diezelfde avond haar medische evenknie in Chicago te raadplegen. Met de telefoon in haar hand staarde ze naar de sterrenhemel. Misschien kon iemand daar boven nog iets van gerechtigheid laten zien?

De assistent-pastor van Waalhof had die avond nieuws. Een theoloog van de universiteit wilde promoveren door de genezingen van de stichting Godswerk te toetsen aan de Lourdes-methode. Waalhof wist dat hiermee het aantal gerealiseerde wonderen met minstens een factor tien zou worden teruggebracht. Er zouden hoogstens drie of vier wonderen resteren die de onderzoeker waarschijnlijk van veel vraagtekens kon voorzien. ‘Laten we bidden,’ sprak Waalhof en samen knielden ze naast het bed.

De volgende dag begon de eerste behandeling. Binnen een week verloor Waalhof zijn haar en werd asgrauw. Uit een tussentijdse scan bleek dat de tumoren onveranderd waren. Tegen het advies van haar Amerikaanse collega in verhoogde Nicole de dosis. Waalhof was de daaropvolgende dagen slechts enkele uren bij kennis. 
Toen Nicole op de eerste warme lentedag de behandelkamer binnenliep zag ze tot haar verbazing Waalhof rechtop in bed zitten. Uit de koptelefoon klonk Gregoriaanse muziek en hij zag er opgewekt uit. De scan die enkele uren later werd gemaakt toonde praktisch geen tumoren meer. 

Een week later werd Waalhof ontslagen uit de kliniek. Zijn kerk zat voller dan ooit en niet veel later maakte de promovendus van de universiteit bekend dat binnen Godswerk twee officiële wonderen volgens de zware Lourdes-criteria waren plaatsgevonden. Waalhof besloot een boek aan de twee te wijden, tot één van hen onverwacht overleed.



Op het moment dat Waalhof haar kamer binnenkwam voor zijn kwartaalcontrole zat Nicole slecht in haar vel. Ze kon geen antwoord vinden op de door velen gestelde vraag ‘waar doe ik het allemaal voor?’ Haar echtgenoot en zij waren - al dan niet tijdelijk - uit elkaar. Volgens hem was zij steeds meer een geremde persoonlijkheid geworden en ervoer hij dat de afstandelijke arts in haar ook in privé-situaties de overhand had genomen. 

Het irriteerde haar dat Waalhof deze controles persé hier wilde houden, terwijl elk streekziekenhuis daartoe uitgerust was. Ze constateerde dat het syndroom onder controle was en adviseerde hem over een half jaar terug te komen. ‘Blijft u vooral bidden,’ voegde ze er onnodig aan toe. 
Hij legde daarop zijn hand op de hare en prevelde een gebed. Toen hij zijn ogen opende keek hij haar indringend aan. ‘Het helpt als u vanavond ook gaat bidden.’
‘Ik zal eraan denken,’ antwoordde ze zo neutraal mogelijk. 

Toen Waalhof de contactsleutel in het portier stak, verkrampte zijn lichaam. Twee minuten later constateerde de toegesnelde verpleegkundige dat hij was overleden. Een hartaanval, zo zou later blijken. Een maand later ging zijn inderhaast benoemde opvolger ervandoor met de kas van Godswerk en overleed de laatste officieel genezen gelovige eveneens aan een hartaanval.

In diezelfde tijd raakte Nicole zwanger van haar teruggekeerde man en negen maanden later beviel ze van een gezonde tweeling. 

Nicole en alle mensen die deze zaak van dichtbij hebben meegemaakt vragen zich wel eens af of hieruit blijkt dat God bestaat en de wonderen de wereld nog niet uit zijn. 
Ik kan je verzekeren dat wonderen bestaan of dacht je soms dat ik ze niet meer in me had?