Leo Raget

Short stories

Een eerlijke fout

27 december, 21.30 uur 

Mijn einde begon op een woensdagavond in mijn eigen huiskamer, in het bijzijn van mijn vrouw, dochters en schoonmoeder. Toen ik die avond na enkele whisky’s de deur van ons appartement opende zat op de bank naast mijn schoonmoeder een onbekende vrouw. Ze leek even oud en droeg net als mijn schoonmoeder een chador met een hoofddoek die maar net boven de wenkbrauwen eindigde.

Beide oudjes waren gezellig aan het keuvelen totdat ze mij aankeek. Ik knikte terug in de hoop dat ze niet naar me toe zou komen om sorry te zeggen voor de moeite van de aangeboden gastvrijheid. Ze bleef me intens aanstaren. Er leken vlammen uit haar ogen te schieten en zonder iets te zeggen kwam ze recht op me afgelopen. Ze rook mijn adem en fluisterde iets in mijn oor. Ik hoorde haar nauwelijks en keek haar niet begrijpend aan. De klap zag ik nauwelijks aankomen. Haar vlakke hand raakte mij vol op het gezicht.

´Jij weet als geen ander dat het TOR-1 raketsysteem nauwelijks onderscheid kan maken tussen vijandelijke doelen en civiele toestellen. Zorg voor een eerlijke fout. En je familie is veilig.´

Ik dirigeerde mijn familie naar de keuken en slaapkamer en nodigde mijn schikgodin uit op de bank. Het moment dat ik altijd had gevreesd was gekomen. Natuurlijk zou ik geen keus hebben. Ik keek de vrouw aan. ´Mijn zusje. Je moet haar ook…´

Ze maakte een afwijzend gebaar. ´Eerst ga je luisteren.´

 

-x-x-x-

 

Ik heet Behram. Mijn familie en ik zijn geboren en getogen in Karaj, een kleine vijftig kilometer van Teheran. Het leven is hier goed, op het saaie af. Saai is goed, want mijn land – óns land – verkeert al zo lang als ik me kan herinneren in een permanente staat van chaos. Ik ben van 1985 en heb uit de eerste hand niets meegekregen van de ellende door de sjah, de oorlog met Irak of de Amerikaanse aanval van 1988. Het enige waar ik me tot op de dag van vandaag kan druk maken, is dat het Iraanse volk medeverantwoordelijk wordt gehouden voor de aanslagen op de Twin Towers.

Waarom wil geen enkele westerling geloven dat het verveelde, steenrijke Arabieren zijn geweest? Zelfs Irak had er niks mee te maken. En dat maakt Amerika fout. Dat volk heeft zelfs een clown gekozen om hun land te leiden.

‘Dood aan Amerika, dood aan de Israeli.’ Ja, we schreeuwen het iedere week in de moskee, maar ik weet ook dat de meeste emigranten naar Amerika willen. Daarom drinken we hier ook cola. En whisky, maar dat mag niemand weten. Niemand mag weten dat er in iedere familie wel een drugsverslaafde is te vinden.
Niemand mag weten dat ik een mobiele raketinstallatie bedien.

Mijn familie en vrienden denken dat ik de wasserijchef ben van zes divisies van de Islamitische Republikeinse Garde. Ik onderschep vijandelijke raketten. Vijftien jaar geleden ben ik opgeleid als Tor-1 radarspecialist door een Rus die een beetje Farsi kende. Ons land had toen 29 Tor-1 mobiele raketinstallaties aangeschaft. Er zijn er nog twaalf over.

Ik kijk in de spiegel van de slaapkamer. Mijn vrouw doet alsof ze ligt te slapen. Ik heb haar en mijn beide dochters altijd voorgehouden om er het beste van te maken. Dat houdt vaak in om de andere kant op te kijken, maar die levensles is nog niet aan mijn dochters besteed. Ik verbied ze niet om de illegale chihuahua van onze overbuurvrouw uit te laten. Ze mogen van mij luisteren naar popmuziek. Vader en moeder kijken de andere kant uit. Ook als de bewoner van flat nummer 37 hardhandig wordt afgevoerd en niet meer terugkeert.

Een van de voordelen van mijn werk is dat ik me niet hoef aan te sluiten bij de Basij. Jonge, domme fanatici die demonstrerende burgers met bruut geweld tegenhouden. Diep vanbinnen heb ik medelijden met ze, want er komt een dag dat ze net als ik van de saaiheid van de middenklasse gaan houden.

Mijn bazen zijn blij met me. Dankzij mijn process engineering zijn er nu nog maar drie mensen nodig om de mobiele raketinstallatie te bedienen. Een chauffeur, een radarcoördinator en een process engineer, degene die alle overgebleven werkzaamheden uitvoert. Degene ook die De Knop mag indrukken. Een druk op de knop betekent de lancering van een Tor-1-kruisraket met een kernkop van vijftien kilo. De raket gaat drie keer sneller dan het geluid en schiet bij de inslag duizenden stukjes vlijmscherp metaal in het vijandige toestel.

In vijftien jaar heb ik negen raketten afgevoerd. Vijf richting Irak en Amerikaanse bases en vier op trainingsdoelen in onherbergzaam gebied. Ik heb in geen tien jaar een Russische instructeur meer gezien. Het onderhoud van de Tor doen we op onze eigen manier, zo goed en zo kwaad als het kan.

De enige die me jaren geleden ooit zag rijden op de Tor is mijn zusje Mahin. We hebben er nooit over gesproken. Ze is doktersassistent hier in het ziekenhuis. Samen met twee andere jonge vrouwen runt ze zo wat de eerste hulp en knijpen de ziekenhuisdirecteuren en hun incompetente senior-dokters een oogje dicht. De dames krijgen minder dan de helft van het salaris van hun mannelijke collega’s.

In een zeldzame avond bij haar thuis vol met wodka liet Mahin vorige maand haar tatoeage zien, een vlindertje links van haar navel. ‘Deze kleine vlinder is aan het sparen voor Tehrangeles, de enige echt vrije plek in het Perzische Rijk.’

Ik was verbijsterd. Wat bezielde mijn zusje om haar leven op het spel te zetten voor een vlucht naar Amerika? Naar uitgerekend Los Angeles. Het was weliswaar een publiek geheim dat er daar een grote Iraanse enclave was, maar dat waren afvalligen, voormalige rijke eliteburgers die helemaal niets gaven om hun land.

Mijn verbijstering duurde nog geen minuut. Als er iemand het ging maken in Amerika, dan was het mijn superslimme zus. Maar als ze bij de Armeense grens zou worden opgepakt, dan stond mijn baan op het spel. Mijn leven.

Inmiddels heb ik grotere problemen. Hoe heet dat als je jezelf moet opofferen voor je gezin, voor Een Hoger Doel? Een heldendood, zelfmoord, of slachtoffer van chantage? Het doet er niet meer aan toe. Volgens Shirin, de oude dame in haar chador, gaat er over enkele dagen iets onomkeerbaars gebeuren. In de chaos die zou gaan volgen moet ik het hoofd koel houden.

‘De crew van een mobiele raketinstallatie houdt altijd zijn hoofd koel,’ zei ik zo overtuigend mogelijk.

Dat is mooi, want jij bent de enige die de wereldvrede kan behouden.’

Naar deel 2 van Een Eerlijke Fout